Ontmoet Juliette Berguet, ontwerpster van het boetiekatelier Orybany, die vertelt over haar relatie met ondernemerschap. Een inspirerende ondernemer die het lef heeft gehad om haar eigen bedrijf te starten.

Het is bij Orybany, in Saint-Géry, in het levendige hart van de hoofdstad, dat wij Juliette ontmoeten. In deze charmante winkel is bijna alles zelfgemaakt, van het palletmeubilair tot de tafel, waarvan de poten geen andere dan oude naaimachines zijn. De toon is aangegeven: bij Orybany is de upcycling koning, van de decoratie tot de selectie van de producten. De kleding, juwelen, mode-accessoire en decoratie, komen uit ethisch of lokaal vakmanschap en zijn met nobele of teruggewonnen materialen gemaakt. Juliette heeft het upcycling DNA in de bloed sinds haar vroegste jeugd in Congo: “Als het vierde kind van een groot gezin kreeg ik altijd de speeltjes en kleren van mijn zusters terug. Mijn Mama houdt van naaien, ze lapte alles op en gaf deze reflex aan mij door. Mijn eerste pop was eigenlijk een maiskolf (lacht)”.

London calling

Officieel begon het Orybany-avontuur in 2013 toen Juliette in Londen leefde, maar het idee was al in een hoek van haar hoofd voor vele jaren aan het sudderen. “Liliane Malemo, mijn voormalige medewerker die stylist was, creëerde stukken met de resten stof van de prestigieuze modehuizen tijdens haar studentenstages. Elke zomer kwamen we terug om de Belgische festivals te bezoeken, van Couleur Café of Esperanzah, om haar creaties te verkopen.” Als hun koffers eenmaal in België zijn, vinden ze deze keer voorgoed een klein atelier in de Ateliers des Tanneurs, een centrum dat jonge bedrijven verwelkomt.

Springplank voor ondernemers

Daar stellen Juliette en Liliane vast dat weinig winkels nemen aan om producten van jonge makers te verkopen als ze niet al een beroemdheid hebben. Het idee van Orybany was geboren: een winkel waar de bedoeling is om nieuwe scheppers te introduceren die ethische, lokale en mileuverantwoordelijke waarden delen.

En om dit gekke en bovenal menselijk project te concretiseren heeft Juliette het idee om om de beurt te werken. Vakmensen kunnen hun creatie in de boetiek blijven maken en in ruil kunnen ze hun producten op de markt brengen. “Ik help ze ook met procedures of opleiding te beginnen.

Orybany speelt ook de rol van een gids!” Win-win. Tegelikertijd organiseren Juliette en haar team ook workshops waar ondernemers hun knowhow kunnen delen: origami, origami, natuurlijke waskaarsen, borduurwerk, breiwerk en naaien…

Met z’n tweeën ga je verder

Als Orybany sinds 2013 groeit, is dat dan ook te danken aan de slimme samenwerkingen van Juliette, eerst met Liliane Malemo, tot 2017, dan met Florence Lenoir in 2019, met wie ze nu als duo de touwtjes in handen heeft.

“Het advies dat ik zou geven aan degenen die hun bedrijf willen scheppen, is zichzelf goed te omringen: een paar hebben, een persoon geïnvesteerd in het project die een schouder kan zijn in de moeilijkere tijden, met wie je kan uitdagen, met wie je kan delen…”. Een complementair paar, indien mogelijk, zoals degene die Juliette en Florence vormt, met de ideeën van Juliette en de financiële verantwoordelijkheid van Florence. Jezelf omringen zou de sleutel zijn, met zorgzame mensen, maar ook met een structuur en gereedschap van begeleiding. “Bij voorbeeld houd ik graag van de telefoonlijn van 1819, volledig gratis, waar je al je vragen kan stellen en die je op de hoogte houdt van alle nieuwe premies en subsidies, enz.” benadrukt Juliette.

Covid-19 en terug naar de lokale

Zoals alle ondernemers heeft de Coronavirus-crisis een impact gehad op Juliette en haar team: “We hebben het menselijk contact enorm gemist. Het was moeilijk om in videoconferenties met vakmensen te praten: ze zijn geen computerwetenschappers, maar creatieve mensen. We hebben vastgesteld hoeveel het fysieke contact deel van onze core business uitmaakte”, benadrukt Juliette. “Bij het sluiten van de boetiek. We moesten ook snel een e-shop creëren om de sluiting van de boetiek een tegenwicht te bieden en we werden begeleid door de 1819”.

Juliette bespreekt ook de positieve punten van zo’n omwenteling: “Sinds we de winkel heropend hebben, hebben we gemerkt dat we een meer lokaal publiek aantrekken. Mensen uit de buurt bezoeken de winkel, terwijl ze daarvoor niet de tijd namen of te laat van hun werk thuis terugkwamen. Er zijn minder toeristen uit het buitenland, maar we trekken nu klanten uit de buurlanden aan.”

Vrouwelijk ondernemerschap

Orybany is een van de succesverhalen van Brussel, maar Juliette moest nog steeds obstakels overwinnen. Als moeder van een twee-en-een-halfjarig meisje heeft ze onder andere tegen borstkanker in 2019 moeten vechten. Ze had ook moeite om subsidies te vinden voor de financiering van haar project en om media-aandacht te vinden in de beginfase van haar project. “Als vrouw is het moeilijker om financiering te vinden omdat beslissingen nog te vaak door mannen worden genomen”, betreurt ze. Deze mannelijke meerderheid kent niet altijd de realiteit van het leven van een vrouw/moeder/ondernemer of het ondernemersveld. In Orybany zijn 95% van de makers vrouwen. Toch hebben vrouwen alles wat nodig is om goede ondernemers te zijn: “Ze zijn minder bang om risico’s te nemen. Hun harten leiden hun beslissingen, ze ontwikkelen hun producten op basis van de behoeften die ze hebben waargenomen. Dat geeft hen het lef om de sprong te wagen en het geduld om te wachten op overtuigende resultaten. Voor mij, als een project je na aan het hart ligt, neem het risico. Je krijgt maar één leven.”